tekstlogo

BOY A



Hoe lang moet iemand boeten voor misstappen uit het verleden? Die vraag probeert regisseur John Crowley te beantwoorden in BOY A, een film die gebaseerd is op de gelijknamige roman van de Britse schrijver Jonathan Trigell. Trigell baseerde zich voor zijn boek op de geruchtmakende dood van de driejarige James Bulger, die in 1993 in Liverpool werd vermoord door twee jongens van amper tien jaar oud.

In BOY A zijn de daders twee tieners. Onder de schuilnamen ‘Boy A’ en ‘Boy B’ is dit duo ooit door de rechter in een jeugdgevangenis geplaatst voor een langdurige straf. Uiteindelijk komt Boy A op zijn 24ste vrij. Maar daarmee zijn de problemen nog niet voorbij voor de jongen, die in het echt Eric Wilson heet. Hij moet zien terug te keren in de normale samenleving, waarbij hij wordt geholpen door een sociaal werker van de reclassering. Bovendien krijgt hij ter bescherming een andere identiteit en gaat hij voortaan door het leven als Jack. Aanvankelijk lacht de toekomst hem nog toe. Hij heeft een baantje als magazijnmedewerker en koerier, gaat af en toe uit met zijn nieuwe collega’s en hij krijgt zelfs een vriendinnetje. Zijn reïntegratie loopt echter spaak wanneer hij hulp biedt na een auto-ongeluk en hij als een held met foto en al in een lokale krant komt te staan. Het verleden haalt hem dan in: Jack wordt herkend als kinderkiller Eric en zijn wereld valt in duigen.

BOY A is een zeer goed gedoseerd drama, waarin je als kijker steeds meer te weten komen over Eric. Via flashbacks naar zijn jeugdjaren wordt langzaam maar zeker duidelijker hoe hij destijds met zijn vriendje tot hun wandaad kwam. Heel bijzonder is de manier waarop acteur Andrew Garfield de getroubleerde jongeman neerzet die met vallen en opstaan aan een nieuw leven probeert te beginnen. Eric doet echt zijn uiterste best om er iets van te maken. Als toeschouwer word je dan ook diep geraakt wanneer blijkt dat de grens tussen dader en slachtoffer heel dun is.

regie: John Crowley, GBR 2007.
met: Andrew Garfield, Peter Mullan, Katie Lyons e.a. 100 min.
web: cinema.nl


FORENSISCHE PSYCHIATRIE

Je kunt er lang en breed over discussiëren wat voor soort film BOY A eigenlijk precies is. Op het eerste gezicht lijkt het misschien meer op een psychologisch drama dan op een puur psychiatrische film, want regisseur John Crowley laat in het midden of zijn hoofdpersonage als kind wel of niet psychisch ontregeld was. Evenmin laat hij zien of de jongen tijdens zijn gevangenschap behandeld is door een psychiater - en zo ja, hoe en waarvoor. Mogelijk voor een gedragsstoornis of voor een beginnende psychopathie, waarbij iemand antisociaal en impulsief reageert. Een dergelijke gedragsstoornis in de kinderleeftijd kan de voorloper zijn van crimineel gedrag en een antisociale persoonlijkheidsstoornis op volwassen leeftijd.

Op het tweede gezicht bevat BOY A dus wel degelijk psychiatrische aanknopingspunten, waaronder sociale en forensische psychiatrie. Plus andere zaken, maar die kunnen we hier niet noemen omdat we dan te veel van het plot zouden weggeven.

Duidelijk is wel dat de jarenlange gevangenschap op zó jonge leeftijd de jongen geen goed heeft gedaan. Hij heeft een groot deel van zijn sociale antennes verloren, gedraagt zich achterdochtig en is mensenschuw geworden. Als BOY A één ding laat zien, is het wel hoe belangrijk het voor dit soort patiënten is om hulp te krijgen bij hun terugkeer in de maatschappij. Wat dat betreft heeft de film veel parallellen met de recentere Noorse film TROUBLED WATER van Erik Poppe. Ook daarin komt een twintiger op vrije voeten na een jarenlange gevangenschap vanwege de dood en verdwijning van een kind. Ook hij krijgt een andere naam en een nieuwe baan (als organist in een kapel), maar wordt desondanks hardhandig geconfronteerd met zijn verleden.

Meer lezen?

KWARTIERMAKEN

Mensen die aan een psychiatrische aandoening geleden hebben - of daarvoor onder behandeling zijn - kunnen het lastig krijgen in de maatschappij. Ze worden al gauw ‘eng’ gevonden, en in het ergste geval zelfs beschouwd als een gevaar voor zichzelf en hun omgeving. Vaak ten onrechte, zoals we zien bij de jongen in BOY A. Om deze stigmatisering tegen te gaan zijn er sinds de jaren negentig binnen de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg tal van projecten gestart onder de vlag van ‘kwartiermaken’: het ruimte scheppen voor mensen met een psychiatrische achtergrond.

Kwartiermaken is het bevorderen van hun sociale integratie en maatschappelijke participatie. Belangrijk hierbij is niet alleen dat (voormalig) psychiatrische cliënten een goede plek vinden in de samenleving, maar ook dat de maatschappij zelf ontvankelijker voor hen wordt. Ook de Reinier van Arkel Groep heeft kwartiermaken hoog op de agenda staan; deze cyclus over Film en Psychiatrie maakt er bijvoorbeeld deel van uit.